Wat u over zelfstandige naamwoorden moet weten:

Geslacht:

In het Spaans kent men alleen mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden (el sustantivo).
U kunt het beste altijd het grammaticale geslacht erbij leren.

Naamvallen:

Er bestaan in het Spaans geen naamvallen.
Deze worden meestal uitgedrukt in voorzetsels of in de zinsopbouw.

Meervoudsvorming:

• Aan de meeste zelfstandige naamwoorden, die op een klinker eindigen, wordt een „-s“ toegevoegd.
  ✏ Voorbeelden:
  el día (de dag) – los días (de dagen)
  el menú (het menu) – los menús (de menu’s)
• Eindigt een zelfstandig naamwoord op een medeklinker, dan wordt in het meervoud de uitgang „-es“ toegevoegd.
  ✏ Voorbeelden:
  el hotel (het hotel) – los hoteles (de hotels)
  el mes (de maand) – los meses (de maanden)

💥 Let op!

• Volgens de regels van de klemtoon verliezen zelfstandige naamwoorden, waarbij in het enkelvoud de nadruk op de laatste lettergreep gelegd wordt, deze, wanneer in het meervoud „-es“ wordt toegevoegd.
  ✏ Voorbeeld:
  el melocotón (de perzik) – los melocotones (de perziken)
• Eindigt een zelfstandig naamwoord op „-z“, dan wordt de Z vervangen door „-ces“.
  ✏ Voorbeeld:
  la vez (de keer) – las veces (de keren)
• Meerlettergrepige woorden die eindigen op „-s“, waarvan de klemtoon niet op de laatste lettergreep ligt, blijven onveranderd.
  ✏ Voorbeeld:
  el paraguas (de paraplu) – los paraguas (de paraplu’s)