De vormen „lo“ en „los“ kan men door „le“ resp. „les“ vervangen, wanneer het voorwerp mannelijk is en op mensen betrekking heeft.
✏ Voorbeeldzinnen van indirecte persoonlijke voornaamwoorden (meewerkend voorwerp):
¿Me puedes pasar el libro? – Kunt u mij het boek geven?
Lo he visto esta mañana. – Ik heb hen vanmorgen gezien.
✏Voorbeeldzinnen van directe persoonlijke voornaamwoorden (lijdend voorwerp):
Les interesa mucho la gramática. – Ze is erg geïnteresseerd in grammatica.
¿Os han regalado flores? – Hebben ze jullie bloemen gegeven?

Wanneer directe en indirecte voornaamwoorden elkaar raken, staat het indirecte voornaamwoord voorop.
✏Voorbeelden:
¡Te lo he dicho! – Ik heb het je gezegd!
¡Dámelos ahora mismo! – Geef het me nu meteen!